Wijn, bier, cocktails, binnen- en buitenlands gedestilleerd, kortom: alcoholhoudende dranken. De Gezondheidsraad beschrijft in haar meest recente richtlijn dat het beter is om alcohol in zijn geheel te laten staan. Op dit advies is kritiek gekomen, met name ook door belangenverenigingen van de drankindustrie, bijvoorbeeld door Stiva; Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie. De critici wijzen erop dat er ook wetenschappelijke aanwijzingen zijn dat matig drankgebruik gezondheidswinst zou kunnen opleveren. Inmiddels is onomstotelijk vastgesteld dat die aanwijzingen geheel zijn gebaseerd op verkeerd uitgevoerd en verkeerd geïnterpreteerd onderzoek.

Kort samengevat is de misvatting, dat een beetje alcohol drinken gunstiger is dan géén alcohol drinken, het gevolg van het over één kam scheren van alle niet-drinkers in onderzoeken uit de jaren ’80 van de vorige eeuw. Oftewel, er zaten ‘echte’ niet-drinkers tussen: mensen die nooit gedronken hadden, omdat ze het vies vonden, uit religieuze overwegingen, uit overtuiging, of omdat ze er na de eerste keren waren achter gekomen dat ze er niet tegen konden, maar ook mensen die om medische redenen niet – meer – dronken. Dit zijn dus mensen die al minder gezond waren en daarvoor bijvoorbeeld medicijnen gebruikten, waar niet bij gedronken mocht worden, of forse ex-drinkers waarbij de gezondheid al een forse knauw had opgelopen. De gehele groep van niet-drinkers leek door de laatste categorie dus ongezonder. Als er voor deze categorie gecorrigeerd wordt en voor andere factoren als opleiding en inkomen, blijft er helemaal niets over van het gunstige effect van één tot twee glaasjes per dag.
Professor René Kahn, hoogleraar psychiatrie en voormalig lid van de Gezondheidsraad, geeft in zijn boek Op je gezondheid? een goed beeld van de negatieve gevolgen van alcohol. Het weinige vrolijk rijtje laat zien dat het een sterk effect heeft op het sneller overlijden aan hart- en vaatziektes, leveraandoeningen en dodelijke ongevallen. Daarbij komt, dat het drinken van alcohol een zeer ongunstig effect heeft op kanker. Kanker aan de slokdarm, de maag, alvleesklier, prostaat en de dikke – en dunne darm. Bij vrouwen is ongeveer één op de tien gevallen van kanker toe te schrijven aan alcohol.
Daarnaast is er nog een ander belangrijk feit: want hoe je het ook wendt of keert, alcoholhoudende dranken zijn calorierijk. Hier volgen enkele voorbeelden:
Een glas rode wijn van 150ml levert 123 kcal op. Stel je drinkt elke dag twee glazen, dan zal je dus al 246 kcal binnen krijgen. Dat is ongeveer tien procent van de dagelijkse energiebehoefte van een volwassen man, die niet wil afvallen.
Een blikje bier levert 132 kcal op. De steviger biertjes, die tegenwoordig steeds populairder zijn, alweer 200-250 kcal per flesje. Cocktails kunnen oplopen tot over de 300 kcal per drankje.
Dan is daar nog de categorie ‘gezond verstand in de praktijk’. Veel mensen zullen in meer of mindere mate herkennen dat alcohol niet altijd makkelijk te doseren is. Het voornemen van ‘één glaasje’ pakt in de praktijk nog wel eens uit tot meerdere glazen. Glazen wijn worden nogal eens voller geschonken dan 150 ml. En bij het drinken van een lekker glas, zal er ook nog wel eens wat gegeten worden. En dat is niet altijd rauwe wortel of bloemkool. Vaker zal dat een kaasje zijn, nootjes, of een stukje worst. En aan het eind van een avond echt stevig doorpimpelen, komt er nog wel eens de behoefte omhoog naar een vette hap, zoals een broodje shoarma, een frietje speciaal, of – als je echt losgaat – een diagonaaltje bij de automatiek.
Wat ook misschien niet onbekend voorkomt is dat tellen en bijhouden wat je nou daadwerkelijk gegeten en gedronken hebt minder nauwkeurig wordt, naarmate het aantal glazen toeneemt.
Bovenstaande heeft allemaal te maken met de functies en eigenschappen van de prefrontale cortex en de hypothalamus. De functies van de prefrontale cortex worden snel minder als er gedronken wordt. Waar de cortex in nuchtere staat uitblinkt in het uitvoeren van moeilijke opdrachten, focussen en logisch nadenken, gaat de kwaliteit van deze functies met elk glas, hard achteruit. Het spreken van moeilijke zinnen, het uitvoeren van complexere motorische handelingen (zoals je sleutel in het slot van de voordeur krijgen) maar ook het nemen van verstandige beslissingen, ze worden allemaal minder. Daarmee neemt ook de kracht van het in bedwang houden van de hypothalamus, de hamster, sterk af. En die wordt zelf niet tot nauwelijks beïnvloed door de alcohol. De hypothalamus is een oud gebied en zijn taken zijn, hoewel van levensbelang, een stuk ‘simpeler’, waar die van de prefrontale cortex juist zeer complex zijn. En hoe complexer de functie, des te groter de kans is dat deze verstoord raakt door bijvoorbeeld zoiets als alcohol. Hierdoor krijgen de simpele, oeroude en basale functies van de hypothalamus, zoals het zonder plan eten van vette happen meer kans. Maar ook een andere oeroude en basale functie van de hypothalamus, die van voortplanting, kan soms nog wel eens meer de overhand krijgen als er wat gedronken is.
Een extra risico wat we willen benoemen, geldt vooral voor mensen die alcohol een te belangrijke plek in hun leven geven. De mensen die het moeilijk vinden om zonder te kunnen. Hier bestaat het risico dat iemand te berekenend werkt op een dag, om bij voorbeeld aan het eind van de dag, calorieën over te houden om te kunnen drinken. Dus minder eten en daardoor misschien minder volwaardige voeding binnen krijgen, om toch maar de glazen wijn te kunnen drinken in de avond. Los van het feit dat je dus minder goede voeding binnen kan krijgen, bestaat er dan waarschijnlijk een grotere kans dat je minder nauwkeurig bijhoudt wat je daadwerkelijk eet en drinkt en zal je ook zeer waarschijnlijk onbewust willen onderschatten wat je drinkt.
Los van het calorische effect, heeft alcohol ook een negatieve invloed op de kwaliteit en kwantiteit van je slaap. Want hoewel je met een drankje op vaak sneller in slaap valt, ben je, met name in de tweede helft van de nacht, ook weer sneller wakker. Oftewel, je slaapt minder in uren en minder diep. Dit laatste heeft dan ook weer een negatieve invloed op de biologische klok die zich in de hypothalamus bevindt. Het positieve aan stoppen met alcohol is dat de slaap weer dieper wordt en het bioritme verbetert. Dat op zich is ook alweer goed om af te vallen.
De conclusie van bovenstaande is dus, als het je bekijkt vanuit het standpunt van gewichtsvermindering en vanuit het standpunt van gezondheid in brede zin, dat het wat betreft alcohol ‘hoe minder hoe beter’ is. Met het volledig laten staan van alcohol als de meest optimale optie.
2 reacties
Hier zou meer bekendheid aan gegeven mogen worden vanuit de overheid en (huis)artsen. Net als een gezond slaap patroon. Ook dat levert veel voordelen op en het wordt makkelijker om de juiste keuzes te maken.
Ik leef nu ruim 15 maanden zonder alcohol. Ik was iemand die het af en toe echt nodig had en daar heb ik nu vervangers voor gevonden. Even afzonderen met muziek, een bad of douche, een stukje lopen om afleiding te zoeken. Ik had ook moeite om het bij 1 glas te houden en inderdaad, werden mijn grenzen verlegd qua eten bij het nuttigen van alcohol. Ook het ontbreken van een kater gevoel de volgende ochtend, mis ik totaal niet.